vrijdag, januari 10, 2020

Brandhout

Nog zo maar eens nadenkend over de keuring van afgelopen zaterdag trek ik toch de conclusie dat veel mensen te veel duiven hebben die het nooit zullen gaan waarmaken. We doen het allemaal denk ik helaas. We leven teveel op de belofte of de hoop. We hopen immers dat ze het wel kunnen waarmaken als als en als...

Veel duiven van minder kwaliteit pakken toch prijs en dus verdienen ze hun plekje. Het is immers niet alleen een wedstrijdje als op de atletiekbaan: de snelste over het exact zelfde parkoers wint. (Te) Veel factoren spelen immers een grote rol. Om er maar een paar te noemen zijn dat ligging, wind, massa, vluchtverloop enz.

Zelf ben en was ik bij eerlijk weer / omstandigheden fan van kopduiven op de programmavluchten. Wind op de neus, open luchten. Duiven die dan kop doen, gaan rechte lijn en efficiënt op een hoog tempo kennelijk. Ik denk dat dat de beste duiven zijn MAAR omdat we lang niet altijd dat soort omstandigheden hebben is het zo dat deze categorie duiven niet ALTIJD winnaar is maar dus ook de mindere duiven wel eens de beste zijn in de uitslag.

AS schrijft wel eens dat die bekende Belg Stefaan beweert dat de beste zo makkelijk kwijt gaan. Ik deel dat wel omdat de beste de snelste zijn maar als dat door omstandigheden misgaat en die kopduiven op hun ingezette lijn en koers doorgaan, raken die zo ver weg uit koers dat onderwijl de mindere wel terugkeren en op de uitslag staan en die goede duiven ineens om heel andere eigenschappen worden gevraagd: Na een uitputtingsslag, einde van hun latijn, oriënteren en terugkeren. Dat is veel en soms dus teveel gevraagd van ze en zijn ze verloren.

Ik herinner me nog een vlucht waarbij enorm veel duiven in Engeland belandden en mannen als Bas er zoveel kwijt waren. Fondduiven gingen er amper verloren. Volgens mij is het dan zo dat de kopduiven, in mijn theorie die goede snelle krachtpatsers in de kopgroep koersen en dat in dit geval deden door het kanaal over te steken (geholpen door ZO wind en bijbehorende inversie, die ze bij op het oog oriënterende immers meer naar het westen doet koersen). De rest van het peloton volgde. Die kopgroep ging tot aan Schotland of wie weet verder en zijn dan einde van hun krachten te ver uit koers en gingen verloren, althans velen. Het ging immers voor de wind en terug was einde van de krachten, warm en tegenwind.
Anderen gingen minder ver omhoog Engeland in en keerden eerder terug, wat nog lukte. Fondduiven zaten om te beginnen niet in de kopgroep maar achteraan. Sommigen staken überhaupt het kanaal niet over en als ze dat al deden hadden ze nog krachten over en oriënteringsvermogen om terug te keren. Een minicategorie stak het kanaal al helemaal niet over. Die waren door schade en schande wijzer geworden en zagen al in dat oversteken ze niet snel naar huis bracht. Die leerden eerder al de kustlijn te hanteren als orienteringstruuk. Gevolg dat daar de vroege prijzen zaten.

Ik denk dat de besten op die soort vluchten helaas niet winnen maar wel de besten (de snelsten, de kopduiven) waren. Als je echter de uitslag als enige maatstaf hanteert, dan blijkt dat daar niet uit. Het is een beetje het kruis van de duivensport. Aan snel alleen heb je niks. Er zijn ook andere eigenschappen nodig zoals oriënteren maar ook ervaring! Best is dus een combi van eigenschappen waar men door handkeuring alleen (waar je misschien de fysieke eigenschappen voor de krachtige kopvliegers zou kunnen voelen) niet achter komt.

Een deel van de verliezen van de jonkies zit ook in deze hoek qua verklaring: Die gaan ervoor vanaf de start maar koersen nog niet genoeg met het kopje. Dat kost ervaring - hebben moeten leren oriënteren - wat ze o.a. leren als ze zelf bij het uitlaten grote rondes maken en wegtrekken. We kunnen het ze aanleren door voorzichtig 1 voor 1 op te leren enz.

Het is dus een mix van eigenschappen die een duif moet bezitten om de beste te zijn en omdat de vluchtomstandigheden zo divers kunnen zijn, is er zo'n giga diversiteit in duiven die gehouden worden. Kansen hebben ze immers allemaal wel. Wil je echter winnen heb je bij de goede vluchtomstandigheden (open lucht met kopwind) de besten nodig. Let maar eens op de hokken die dan excelleren. Daar zitten de besten! Als die melkers die duiven ervaring en een keigoed orienteringsvermogen hebben gegeven/ingekweekt, is het het beste hok waar je kunt bijhalen!