Titel: De kunst van het ruien: de stille sleutel
tot succes
Serie: Ultieme tips en adviezen voor ruiperiode, voorbereiding winter-
en kweekseizoen
Inleiding
Wie denkt dat de duivensport uitsluitend beslist wordt in de
lucht, vergist zich. De basis van prestaties wordt gelegd in de periode dat de
duiven níet vliegen om bekers of roem: de ruiperiode. Veel liefhebbers zien
deze fase als een vervelende pauze, maar grote namen in de sport — van
Belgische grootheden als Jos Thoné en Gust Jansen tot Nederlandse iconen als
Willem de Bruijn en Co Verbree — benadrukken juist het tegenovergestelde. “De
rui is de periode waarin je het komende jaar wint of verliest,” zo wordt vaak
gezegd.
Dit artikel gaat diep in op de aanpak van die rui, met
praktische tips, medische inzichten en de nodige polemiek, want er bestaan vele
meningen. Is medicatie nodig, of juist zo weinig mogelijk ingrijpen? Hoe
stimuleer je natuurlijke weerstand? Hoe belangrijk is voeding? We nemen u mee
in de keukens van de besten, aangevuld met persoonlijke noten en observaties.
Het wonder van de rui
De rui is biologisch gezien een prestatie op zich. Een duif
moet in een periode van enkele maanden een volledig nieuw verenkleed opbouwen —
duizenden veren die elk microscopisch precies in elkaar passen. Het kost enorm
veel energie, mineralen en eiwitten. Wie hier slordig in is, krijgt duiven die
in de winter “op slot” zitten en in het voorjaar niet fris starten.
De Belgische schrijver en kenner Georges Carteus noemde de
rui ooit “het groot onderhoud van de kampioensmachine.” Een treffend beeld: wie
zijn auto verwaarloost, komt vroeg of laat stil te staan.
Voeding: eiwit en vet in balans
Tijdens de rui is voeding cruciaal. Klassiek werd er altijd
gezegd: “veel gerst, weinig mais, geen vetten.” Moderne inzichten spreken dat
tegen. Willem de Bruijn schrijft regelmatig dat juist voldoende vetrijke zaden
(lijnzaad, hennep, raapzaad) essentieel zijn voor de glans en elasticiteit van
het nieuwe verenpak.
- Eiwitten
zijn de bouwstenen van veren. Gebruik gerichte mengelingen met extra
peulvruchten en overweeg wekelijks eiwitrijke bijproducten (biergist,
soja-eiwit, whey).
- Vetten
zorgen voor glans en waterafstotendheid. Niet overdrijven, maar dagelijks
een scheutje lijnzaadolie kan wonderen doen.
- Mineralen:
grit en roodsteen blijven basis. Vergeet ook geen mineralenmengsels met
extra zwavel, koper en zink. Dierenarts De Weerd wees er herhaaldelijk op
dat zink onmisbaar is bij de opbouw van keratine in veren.
Licht en donker, rust en regelmaat
De omgeving waarin de duif ruikt, is vaak onderschat. Een te
stressvolle omgeving of te wisselend lichtpatroon kan de rui verstoren. Sommige
liefhebbers zweren bij het “donkerzetten” van hokken om de rui sneller en
gelijkmatiger te laten verlopen. Anderen, zoals Nanne Wolff, beklemtonen dat de
natuur beter haar gang kan gaan.
Het compromis: zorg voor rust. Geen wisselende hokken, geen
overvolle volières. Een hok waar de duiven hun veren in alle rust kunnen laten
vallen is goud waard.
Medische begeleiding: waar ligt de grens?
Dit is vaak het heetste hangijzer. In de klassieke
literatuur vind je dat men in de rui “zo min mogelijk” medicijnen geeft. Het
lichaam moet zichzelf herstellen. Toch benadrukken moderne dierenartsen dat
bepaalde kuren zinvol kunnen zijn: een lichte kuur tegen trichomoniasis kan
nuttig zijn, omdat de weerstand juist in de rui wat lager ligt.
Maurice Laban schreef in een blog dat sommige liefhebbers
hun duiven bijna overladen met kuren in deze periode — een praktijk die zelden
voordelen biedt. Dierenarts Norbert Peeters stelt het scherp: “Een duif die
niet door de rui komt zonder medicatie, moet je je afvragen of die genetisch
sterk genoeg is.” Een prikkelende stelling, maar eentje die stof tot nadenken
geeft.
Anekdote: de stille winter van Verbree
Co Verbree vertelde ooit in een interview dat hij in de rui
zijn duiven “bijna vergeet.” Geen hokken vol lampen, geen zware schema’s,
gewoon rust en goede voeding. Het jaar erop stond hij opnieuw bovenaan de
uitslagen. Het bewijst dat eenvoud soms de sleutel is.
Veelgemaakte fouten
- Te
weinig eiwit → doffe, breekbare veren.
- Te
veel stress → duiven blijven “hangen” in halve rui.
- Te
fanatiek kuurschema → duiven bouwen geen natuurlijke weerstand op.
- Te
weinig mineralen → veren worden broos en verliezen hun elasticiteit.
Vooruitblik: waarom dit alles ertoe doet
De ruiperiode is geen lastige fase tussen twee seizoenen in.
Het ís de fundering van succes. Wie hier zijn huiswerk doet, krijgt duiven die
in februari al blinken, die in maart trainingsrondjes maken alsof het zomer is,
en die vanaf april klaar zijn om prijzen te winnen.
Of zoals de Belgische kampioen Dirk Van Dyck het zei: “Een
duif met slechte rui is een paard met kromme benen.”
Conclusie
Het ruiseizoen is de onzichtbare basis van alle prestaties.
Het vraagt kennis, geduld, aandacht en discipline. En misschien wel het
belangrijkste: een liefhebber die het geduld heeft om ook in deze stille
maanden de lat hoog te leggen.
In deel 2 kijken we naar het winterseizoen: hoe hou
je je duiven fit en gezond zonder ze op te branden? En hoe bereiden we hen voor
op de kweek? Verwacht inzichten, stellingen en verrassende anekdotes uit
binnen- en buitenland.