woensdag, september 21, 2016

evaluatie


Plan - do -  check - act

 

Ken je dit riedeltje? Het is een kwaliteitscirkel zoals veel gebruikt door organisaties, kwaliteitsinstituten en dergelijke om kwaliteitssystemen zoals ISO, (van ISO 9001 enz) in te voeren en te onderhouden. Het is ook een mooie kapstok om het seizoen aan op te hangen!

 

Ik gebruik het eigenlijk als evaluatiemiddel. We zitten dan in de “check” fase en checken waar we staan, wat er ligt en gaan dan weer over tot “act” oftewel actie voor het vervolg. Dat plannen we dan in, brengen het tot uitvoer en checken weer…

 

In elk geval is nu een mooi moment om te checken of de plannen zijn gerealiseerd of wat er anders ging.

Ik nam me voor de duiven in te spelen op zoveel mogelijk vluchten in het voorseizoen. Voor ervaring en routine en de spreekwoordelijke kilometers die een fondduif zou moeten maken alvorens aan een grote klus te moeten beginnen. Zover zo goed. De duiven gingen mee en ik was wat zuinig bij weersvooruitzichten die maar zo-zo waren. Zo korfde ik 1x in te Nishoek voor Roye. 1 dag mand en los op zondag. De vooruitzichten waren voor die dag vele malen beter dan de belabberde zaterdag. Ook 1x in Brabant voor een dergelijke lapvlucht maar dat pakte nauwelijks beter uit dan de vlucht die de eigen afdeling organiseerde. Voorprogramma was denk ik goed qua kilometers maar 1 ding ontbrak: vlucht(en) met flink wat kilometers of >5 uren vliegen. Ik denk dat het geen wet van Meden en Perzen is hoor maar alvorens ze 800+ km’s te geven is een 500 km vlucht van te voren wel beter heb ik het idee.

 

Agen de eerste echte test ging ik in met 24 duiven… op een enkeling na de gehele ploeg. Waarom? Gelijke monniken, gelijke kappen. Testen onder dezelfde omstandigheden. Pakte goed uit met 4 stuks achter. Wel 2 van die 4 die ik te opportunistisch wegstuurde. Ze gaven achteraf bezien signalen dat ze er niet klaar voor waren en toch gaf ik ze mee. Dat leer ik snel af…

Ik gaf ze mee omdat ik ze juist wilde testen op de vluchten waar ik ze voor heb. Echter als ze beloftevol zijn in het voortraject, krijg je nog kansen genoeg ze te spelen. Nu was ik te ongeduldig en verloor 2 van deze beloftes!

 

In het voortraject toonde ik de duiven steeds maar dat doe ik niet meer maar minder. Waarom? Mak houden en het vuur pas gebruiken als motivatie als het pas geeft. De hele ploeg spelen zal ik ook niet meer zo snel doen maar daar heb ik werkelijk geen enkele spijt van verder (behoudens dus bovenstaande). Het is ook minder nodig nu ik een wat gemêleerder ploegje heb, van ervaren duiven.

 

Ik voerde ruim, nagenoeg volle bak. Dat zal ik ook anders gaan doen in het voortraject, krapper. Waarom? Beter in de hand hebben van de duiven doordeweeks en goed aan de vreet houden tot en met de laatste dagen wanneer ik ze dan individueel bij zal voeren met vette mengeling o.i.d. Pinda’s bevraag ik overigens ook want ik vermoed dat het een oorzaak kan zijn van de mindere prestaties op Narbonne. Straks daarover meer.

De mengeling met zwarte maïs is me bevallen. Duiven eten die mais graag. Zeker duiven die diep gingen of bijvoorbeeld gewond waren zag ik in het seizoen heel bewust eerst die zwarte mais nemen. Ik voerde Master Black met 30% zwarte maïs. Die mengeling was te zwaar. Ik mengde dit wel is waar met Matador Complete maar nog altijd zat er veel vet voer in. Dat wil ik in het komend seizoen wat later in de week pas geven. Mogelijk hou ik de mengeling hetzelfde maar dan krapper.

 

De Duivinnen trainden ’s avonds vooral. Dat is me goed bevallen en zal ik nadrukkelijker blijven doen. De laatste 4 (na 22:00 uur) van Agen waren denk ik mede om die reden duivinnen. Hun klok staat als het ware anders geprogrammeerd! Hier ligt het meer voor de hand de ploeg in 1x te spelen omdat het individuele bijvoeren hier niet kan.

 

Wat ik ook deed was nog een koppeling in maart/april om ze op eitjes te laten komen en 5 dgn te doen broeden. Doe ik niet meer. Meerwaarde niet duidelijk en toch versnelde ik de rui van de slagpennen ermee denk ik. De duiven zal ik dit najaar langer bij elkaar laten en dus pas laat scheiden. Koppelen in 2017 wordt mogelijk toch allemaal anders als jongen een heel seizoen mogelijkheid krijgen ingespeeld te worden. Streven blijft de jongen meer ervaring te laten opdoen. De huidige laatjes in elk geval 10+ vluchten waaronder ook enkele met flink veel km’s!

 

De duiven gingen “au naturel” mee naar Agen. De week voordien gewoon mijn reguliere RopaB 2 dgn en dat was het. Wellicht dat ik daar toch nog wil werken met bijv. Belgasol vooraf en of iets dat de luchtwegen beter open houdt. Ik vond het niet nodig en blijf daarbij maar mogelijk toch korter op de bal in de toekomst…

 

Ook niet gelapt. Ik wil ze proberen te lappen het weekend voordien. 60 of 80 km’s. Waarom? Voor trainingsarbeid en het blijven eten!

 

De ontvangst was divers. 10 van de 24 op de dag zelf en de dag erna diverse. Doffers voorop voornamelijk, duivinnen lang door. De week nadien gaf ik ze een te lange periode van regime waarbij de touwtjes waren gevierd. Er waren gewonde duiven bij en duiven die te diep waren gegaan om al snel het trainen weer op te pakken. Ik liet het maar. Dat zal ik voortaan ook nauwgezetter aanpakken. Individueel behandelen als dat nodig is maar al vlot weer terug in de routine. Ik ben dan van mening dat ze sneller weer in orde geraken voor de weken nadien.

 

Zo goed als ik vond dat ik ze wegstuurde naar Agen, zo had ik bedenkingen naar Narbonne toe. Ik gaf er minder mee uit oogpunt van risicospreiding maar ook omdat ik enkelen niet goed genoeg achtte. Zowel gebaseerd op de prestaties op Agen als wat ik dacht te zien. De 8 besten gingen mee, in goeden doen maar forme? 1 extra omdat ik niet overtuigd was van diens kwaliteiten. Het pakte heel anders uit. Natuurlijk vast wel omdat de vlucht een heel ander verloop kende maar zonder twijfel ook omdat er geen sprake was van forme (wel van goede gezondheid). Ook wel denk ik zelf omdat het meer veredelde dagfondters zijn en niet perse meer dan dat. Ze zijn wel sneller maar uithoudingsvermogen en hardheid is wellicht minder als de omstandigheden pittig zijn. Deze gedachte sust me ook een beetje als ik aan de verliezen van deze vlucht denk (4 van de 9). Op de langere termijn ben ik met die duiven niks. Ze moeten ook op een pittiger Narbonne niet af laten weten. Ik weet dat het niet allemaal zwart-wit is maar ergens zijn ze nu toch door de mand geselecteerd, nietwaar?

 

Het feit dat de duiven tot 2 weken later nakwamen stemde me gerust voor wat betreft de kwaliteit, hardheid en de gezondheid. Ergens moet er bij de 4 achterblijvers daar iets zijn misgegaan of moet pech een doorslaggevende rol hebben gespeeld. “Fond is radicaal”, zei een wijze melker in de club. Ik denk dat hij gelijk heeft.

Ik leerde om zorgvuldiger te zijn en geduldiger. Ook om in de toekomst selectiever te spelen. Komend seizoen sowieso meer vluchten met minder duiven per vlucht. Zo kan ik vaker meedoen op mooie concoursen en worden de risico’s verdeeld. Jaarlingen spaarzamer spelen maar wel aan de tand voelen. De overblijvers kristalliseren zich uit naar enkele van Bert Saarloos die me goed liggen kennelijk. De besten uit Het Zusje blijven ook over en diegenen die er nog zitten van Jos van Olmen stralen ook niks anders dan potentie uit. Hier geen zorgen maar groeiende ambitie!

 

Inmiddels zijn de jongen al over de ergste rui heen. De ouden wisselen daar nog in. Dat hangt samen met hun genestel en of jongen aan de krop. Bijtijds klaar in deze tijd geeft een langere rustige periode waarin selectie, voorbereiding en tijd voor vaccineren enz.

Morgen naar Marien. De laatjes zal ik morgen spenen ook. Erg mooi spul! Kom maar door toekomst!